LONDEN den 8 December. Men heeft alhier het volgend meer byzonder verhaal ontfangen van den opstand aan boord van het Hollandsch Oost-Indisch Compagnieschip. Voorleden dinsdag avond kwam het Schip BARBESTEIN, „ Kaptein van Vlaandern, van Middelburg naar Oost-Indien bestemd in Duins ten anker, hebbende aan boord 200 Recruten voor het Garnizoen van Kaap de Goede Hoop. Den volgenden morgen, tusschen 4 en 5 muren, sloegen de recruten aan het muiten en na den Kaptein gedwongen te hebben uit zyn bed op te staan en hun te wyzen waar her geld was , sloten zy hém op met de andere Officieren en H plaatsten Schildwagten voor hun vertrek. Vervolgens braken „ zy de kisten met Dollars open en staken er ieder zoo veel van by zich als zy bergen konden en toen de Boot uitzettende, verlieten zy het Schip ten getale van 80 a 90. Dan de gewapende Brig the Scout, Kaptein Le Herne, daar digt by liggende en uit de Seinen, die er uit het Oost-Indisch Schip gedaan wierden, merkende dat er onraad aan Boord was, deet een schoot op de Boot, die reeds een eind wegs afgevaren was en waar in zich 70 van de oproermakers bevonden om dezelve „ te doen bydrayen. Bv het Schip gekomen zynde, wierden zy doorzogt, en hun 12000 Dollars, die zy by zich hadden , afgenomen , Waarna zy, aan land gezonden zynde, ontfangen wierden door een gedeelte van het 55ste Regiment Voetvolk, het welk ten dien einde opgekomen was: zy wierden door hetzelve terstond in hegtenis genomen en in het Sandown Kafteel ingebragt, daar zy tans nog zitten, by nader onderzoek vond men toen nog by hen 400 Dollars. Alvorens de groote Boot het Schip verlaten had, was midderwyl de Kaptein en verdere Officieren op het dek gekomen, waar door een gevegt ontstond , waar in men ondersteld dat 4 a 5 van de oproermakers over boord geraakten en verdronken want deze ongelukkige schepfels hadden hunne zakken * zoo vol gelds, dat zy door de zwaarte terstond te grond gingen, althans men heeft er geen een wederom boven water gezien. Negen mannen van dit volk (zynde van die, welke het „ eerst met de twee kleine Booten gevlugt waren) wierden te Douvres gevat en daar in de Gevangenis gebragt: men vond „ by hen 400 Dollars. Vrydag avond wierd er nog een te Ramsgate gevat en naar „ Deal gebragt, by wien men 100 Dollars vond. _Men gist, dat er alleen 3 mannen ontsnapt zyn, welke terstond, zo dra zy aan land kwamen, zich naar Canterbury  en van daar nog dien Zelfden avond naar Londen begeven hebben.  Omtrent 6500 Dollars worden er gemist, van welke men „ egter ondersteld, dat een groot deel door de schrink en verwarring in Zee gevallen zyn. De bovengemelde Recruten waren van dat volk, het welk men gewoonlyk Zieltjes noemt, en welke eerst verronfeld; n zynde, vervolgens aan de Oost Iindische Compagnie verkogt worden, eene gewoonte, die veel al in Holland plaats heeft : dan zonder aanzien tot welke Natie deze ongelukkige slachtoffers behooren, worden zy strikt opgesloten gehouden, tot dat de Schepen ln gereedheit zullen wezen, om hen onder eene behoorlyke wagt als misdadigers aan boord te nemen. Het getal van volk was op dit Schip veel grooter dan naar gewoonte, en uit hoofde van het slegte Wéér genoodzaakt zynde in Duins in te loopen, hadden zy die gelegenheit waargenomen om hunne vryheit weder te krygen. „De 3 Recrutén, die het ontfnapt waren, kwamen Woensdag avond te Canterbury, op welken tyd men daar van den opstand nog niet wist. Twee van hun wierden sedert gevat, hebbende elk by zich een zak met geld, waar mede zy zeer slordig te werk gingen , koopende daar voor allerhande goed en vertrokken nog dien zelfden avond met de Mylkoets : den derde kwam des Woensdags namiddags te Paard van Deal te Canterbury en nam terstond een plaats op de Nagtkoets : hy had by zich een zak met 50 Dollars, daar hy zeer onachtzaam mede handelde, latende die in de Herberg op tafel liggen, terwyl hy in een ander vertrek ging. Hy sprak Fransch en scheen een Inboorling van dat Ryk te wezen. De Actien van de Bank zyn 146 en 3 agtste a 3 vierde ; Oost Indische Compagnie. 166; Z. Z. Compagnie 82 en 1 half; Oude Ann. 72 en 3 Vierde _ 7 agtste; dito Nieuwe...., de 3 per Cent geredue. 73 en 3 agtste a 5 agtste; dito geconsol. 74 en 1 half a 3 vierde, en de 4 per Cent geconsol. 1780 , 92 en 1 vierde a 3 agtste. De Wisfel op Amfterdam is 36 en 11, en op zigt 36 en 8. Rotterdam $7- Hamburg , op 2 en 1 half ufo, 34 en 7.

Johan Meindert was voordat hij vertrok naar Indie, koopman. Hij liet in 1786 bij de notaris vastleggen dat zijn vader zijn zaken zou waarnemen, zolang hij als VOC-onderkoopman te Indië verbleef:

Procuratie - om gedurende zyn uitlandigheid al zyn zaken waar te nemen

Aktenummer:

118

Datum: 02-10-1786

Soort akte: Procuratie

Samenvatting: om gedurende zyn uitlandigheid al zyn zaken waar te nemen

Notaris: J. KLEMME

Aktedatum: 02-10-1786

Personen:

Constituant: Jan Meyndert van Bronckhorst, minderjarig

Achternaam: Jan Meyndert van Bronckhorst, minderjarig

Rol in akte: Constituant

Assistent: Adriaan van Bronckhorst, vader

Achternaam: Adriaan van Bronckhorst, vader

Rol in akte: Assistent

Beroep: raad in de vroedschap en regeerend burgemeester van Utrecht

Geconstitueerde: zyn vader

Achternaam: zyn vader

Rol in akte: Geconstitueerde

Geconstitueerde: Martinus Johan Veth van de Perre, broer

Achternaam: Martinus Johan Veth van de Perre, broer

Rol in akte: Geconstitueerde

Bijzonderheden:

lastgever op punt van vertrek als onderkoopman van de V.O.C. naar

Oost-Indië

Toegangsnummer:

34-4 Notarissen in de stad Utrecht 1560-1905

Inventarisnummer:

U236a01

Johan Meindert arriveerde uiteindelijk in Indie op 8 augustus 1787. Rond 1800 wordt dochter Henriette geboren. Johan neemt op 30 juni 1801 ontslag bij de VOC.  In 1804 wordt dochter Nancy geboren. Zoon Willem wordt in 1805 geboren. Op 13 januari 1809 wordt zoon Cherrie geboren uit de relatie met de inlandse Pirsak. Dan het volgende bericht uit het Bataviaasche Kolonische krant van 22 juli 1810:

In 1810 verneemt men met deernis, dat de Heer Johannes Meindert van Bronckhorst, Oud lid van het Collegie van Administratie der houtbossehen, den 28 van bloeimaand j.l. op zijn landgoed en Suikermolen Siwador, in het Landarostambt van Japara, door roovers overvallen, en met zeventien steken om het leven gebragt is. Z.E. de maarschalk heeft den Fiscaal van Samarang, benevens cene Commissie uit den raad van justitie aldaar, naar gem; Landrostambt gezonden, om in dezen het noodige onderzoek te doen, en de roovers te vonnissen.

De kinderen zijn dus nog erg jong als hun vader overlijdt.

Vragen en reacties op deze pagina kunnen hieronder geplaatst worden: