Louise Henriette Tremio

Louise Henriette is geboren op 17 december 1843 te Semarang als dochter van Pieter Evert Tremio en Christina Dorothea de Nijs. Louise Henriette is overleden te Semarang op 7 oktober

Pieter Evert Tremio

Een van de drie kinderen uit het huwelijk tussen Pieter Tremio en Geertruijda Jacoba Vodegel is Pieter Evert Tremio. Hij is geboren te Djokjakarta in 1803. Op 4 september 1824 meldt de Bataviasche courant dat P.E.Tremio tot bosopziener in de residentie Rembang is benoemd. Het jaar daarop wordt hij benoemd tot bosopziener in de residentie Japarra en Joana. Pieter Evert was betrokken bij de Soekoewatische expeditie met kolonel Nahuys. Hierover verschijnt het volgende krantenartikel:
Bivouacq dessa Ngadjie, den 9den December 1827 ’s avonds ten 7 ure
Ik heb de eer en het genoegen Uwe Excellentie kennis te geven dat ik heden morgen omstreeks tien ure mij, met de kleine magt onder mijn orders naar het Padanggansche heb op weg begeven. Daar ik vernomen had, dat vele dessa’s links en regts van de Solosche rivier in ostand waren, of in opstand dreigden te geraken, door de machinatien der menigvuldige zendelingen, welke tot dat einde door de hoofd-muitelingen waren uitgezonden, achtte ik het noodig, mijne magt te verdeelen, en de eene helft, uit inlandsche infanterie bestaande, de Solosche rivier te laten afzakken, ten einde de aan die rivier liggende dorpen schoooon te maken, en de kavallerie met eenige weinige geweren en piekeniers, langs eenen breeden fraaijen weg, op de dessa Ngadjie te dirigeren, om zich bij dezelve met de infanterie te vereenigen. De togt over de rivier is naar verwachting uitgevallen, daar alle de in opstand zijnde dorpen door de muitelingen of derzelver zendelingen, op de aankomst der prauwen, zijn verlaten geworden, zonder dat men mij gelegenheid heeft gegegeven, een enkel geweer los te branden. De kavallerie is nog gelukkiger geweest, en hare expeditie is boven verwachting gevallen. Ofschoon met den wakkeren Heer Dezentje en de brave kleinzonen van den Pangerang Adipatty Mangka Negoro zijnde overeengekomen, dat de twee kleine divisien zich voor de dessa Ngadjie zouden vereenigen en ten dien einde de eene de andere afwachten, om gezamenlijk de dessa, indien de vijand daar was, te overmeesteren, hebbendie brave officieren en manschappen mijne komst niet verbeid, en eene sterke voorwacht der muitelingen voor de dessa Ngadjie aangetast, met dat gelukkig gevolg, dat dezelve al dadelijk verslagen werden, en er ook weinig tijd noodig was. Om de gansche massa muitelingen, tusschen 350 en 400 sterk, de nederlaag te geven en het dorp in te nemen. Bij deze gelegenheid zijn een tiental muitelingen genseuveld en vele geblesseerd geworden, en zestien levend in onze handen gevallen, waaronder een voornaam hoofd, die zich noemde Tommongong Meloyo Kesoemo, eertijds Tommongong Boeloyo geheten; terwijl wij aan onzen kant slechts twee gewonden hebben. De over Ngadjie liggende dessa Loenger, welke ook reeds de zijde der muitelingen had gekozen, is door de doelmatige maatregelen van den heer Dezentje reeds tot onderwerping gekomen. Den Raden Mas Soetjiedjap en Raden Mas Toero, benevens den landheer Dezentje, kan ik niet nalaten aan Uwer Excellentie aandacht te bevelen. De huzaren van het 7e regiment, in het bijzonder de Wachtmeester van Duyvenvoorden de lijfwacht en Mangkonegorosche huzaren, benevens die van den heer Dezentje hebben in moed uitgeblonken.De deze ex muitelingen hebben ons berigt, dat zij het voornemen hadden, zich in deze kwartieren te verzamelen, om na eenige dagen een aanval op Ngawie te ondernemen; het strekt mij tot een bijzonder genoegen, deze voornemens verijdeld te hebben.
De heer Resident Hardy, welke, benevens de Heeren Diard, van Vlissingen, Tremio en P.C. Nahuys, deze expeditie met mij heeft gemaakt, hoopt morgen of heden nacht narigten van Toeban te bekomen. Die narigten zullen mijne volgenbde bewegingen besturen, en ik hoop in alle gevalen mijne voordeelen van heden norgen te vervolgen.
De Kommisaris van het Gouvernement aan het Hof van Djokjakarta, Kolonel Nahuys.
Op 4 september 1828 verschijnt een bericht in de Javasche Courant dat hij is benoemd tot collecteur voor de perceptie van de tolpoorten in de residentien van Soerakarta en Djokjakarta en op 17 februari meldt diezelfde krant dat hij is benoenmd tot controleur der derde klasse te Rembang.

Pieter Evert trouwt op 2 november 1833 te Rembang met Christina Dorothea de Nijs, geboren in 1817. Volgens de Javasche Courant van 26 augustus 1835 wordt Pieter Evert benoemd tot 1e controleur bij de landelijke inkomsten. Op 3 oktober 1840 bevalt Christina Dorothea van een dochter. Zij wordt Louise Henriette genaamd Op 5 juni 1841 wordt melding gemaakt van de benoeming van Pieter Evert tot pakhuismeester te Semarang. Op 17 december 1843 bevalt in die zelfde stad Christina Dorothea wederom van een dochter. Op 16 augustus 1853 wordt zoon Pierre Antoin geboren. Pieter Evert overleed te Semarang in januari 1853. Christina Dorothea in 1865.

Pierre Tremiot

Op 7 juli 1782 meldt zich bij de VOC, kamer Amsterdam op de Kaap, de Franse Pierre Tremiot, afkomstig uit Scysuis Saone. Als sergeant stapt hij op het schip de Zeepaard en heeft vermoedelijk het gezag over de soldaten. Kapitein is Pieter Thijssen. Het schip arriveert te Batavia op 18 juli 1783 . Pierre Tremiot meldt zich dan direct af bij de VOC. Op de namenlijst van Christelijke inwoners van Djokjakarta wordt vermeldt, Geertruida Jacoba Vodegel, vrouw van de Hr. Tremio, gereformeerd Ledemaat. Echtgenoot Pieter wordt apart vermeldt als Pieter Tremio capitain van Sequisomo (afkomstig), getrouwd, rooms en vader van 3 kinderen. In 1807 verschijnt Geertruida opnieuw in de namenlijst van Christelijke inwoners van Djokjakarta:

Naam: Geertruijda Jacoba Vodegel
Geboorteplaats: Niet bekend
Godsdienst: Gereformeerd
Naam Echtgeno(o)t(e): wijlen Trimio

 

Vragen en reacties op deze pagina kunnen hieronder geplaatst worden: